Een sportmedisch onderzoeksprotocol?

Een sportmedisch onderzoeksprotocol?

Vanuit de doelstelling om sporters veilig en verantwoord te laten sporten, wordt er al enige jaren werk gemaakt van een wetenschappelijke leidraad die bepaalt hoe sportmedische onderzoeken in Vlaanderen idealiter gebeuren, met als doel het risico op plotse hartproblemen en blessures te verminderen. 

Het VASO platform is een praktische vertaling van die leidraad, waarborgt de kwaliteit van een sportmedisch onderzoek en maakt de aanbevelingen toegankelijk voor de hele sportsector (sporter, sportorganisatie en sportartsen).

 

Een gedigitaliseerd sportmedisch onderzoek

Het VASO platform digitaliseerde niet alleen de sportmedische anamnese (sportkeuring.be) maar voorziet ook ondersteuning in het realiseren van een sportmedische screening en verslaggeving voor artsen. Als sporter of sportorganisatie kom je niet zozeer met deze software in contact maar is het wel nuttig om te weten dat het platform garant staat voor een wetenschappelijk onderbouwd screening protocol & advies. Het  VASO platform biedt duidelijkheid over wat er minstens aan bod moet komen tijdens een sportmedische screening, maar laat ruimte voor aanpassingen op basis van leeftijd, sporttype en intensiteit. Dat maakt het maatwerk, geen checklistje.

Een sportmedische screening via het VASO platform bevat volgende elementen;
 

  1. Antropometrie
    • Lengte, gewicht
    • Buikomtrek (vanaf 18 jaar)

  2. Cardiovasculair onderzoek
    • Hartauscultatie (beluisteren hartruis of ritmestoornissen)
    • Bloeddrukmeting, inclusief aandacht voor inter-arm verschillen
    • Polsfrequentie en kenmerken
    • Tekenen van het Marfan-syndroom
    • SCORE-berekening (vanaf 40 jaar): inschatting cardiovasculair risico

  3. Respiratoir onderzoek
    • Longauscultatie (beoordeling op piepen, bijgeluiden, indicaties voor astma of COPD)

  4. Visus
    • Basis visuscontrole indien nodig, afhankelijk van sport (bv. contactsporten)

  5. Inspectie van houding en skelet 
    • Beoordeling van statiek, asymmetrie van gewrichten en spiermassa

  6. Functionele orthopedische tests 
    • Onderzoek van kracht en mobiliteit van wervelkolom en ledematen
    • Aandacht voor schouder- en heupgordel

  7. Sport specifieke functionele tests
    bijvoorbeeld

    • Single Leg Squat Test: voor beoordeling kniecontrole, evenwicht en rompstabiliteit
    • Scapulaire Dyskinesietest: detectie schouderinstabiliteit
    • Core Stability Test (rotatory/side bridge): preventie van lage rugklachten.
    • Drop Jump Test: voor landingstechniek en blessurerisico bij explosieve sporten

  8. Rustelectrocardiogram 
    • ECG is cruciaal in het kader van preventie van plotse hartdood bij jonge sporters

Sportartsen adviseren om op de leeftijd van 14 jaar en 18 jaar een rust elektrocardiogram (ECG) te includeren in het sport specifiek onderzoeksprotocol.
Deze geeft informatie over de werking van je hart in rust en kan bepaalde (aangeboren of verworven) hartaandoeningen aan het licht brengen.
Door het onderzoek te herhalen (elke 4 jaar) kunnen veranderingen in de loop van de tijd in kaart gebracht worden.

  

Aanvullende onderzoeken: wanneer nodig?

De arts kan extra onderzoeken uitvoeren bij een positieve anamnese of afwijkende bevindingen, zoals:

  • Spirometrie (bij rookgedrag, astma, dyspnee)
  • Inspannings-ECG (vanaf 35 jaar bij verhoogd cardiovasculair risico)
  • Echografie van het hart (bij verdenking structurele afwijking)
  • Neurologisch onderzoek (bij voorgeschiedenis van hersenschudding, epilepsie)

 

Geen eenheidsworst

Hoewel het sportmedisch onderzoek een bepaalde generieke basis kent, dient de inhoud/ focus van het onderzoek afgestemd te worden op de leeftijd & sportbeoefening van de sporter;

  • Kinderen → vooral focus op groei, houding, hart en longen.
  • Tieners vanaf 14 → ECG wordt toegevoegd om hartritmestoornissen vroeg op te sporen.
  • Volwassenen vanaf 35/45 → extra focus op hart- en vaatziekten via SCORE-risicotest en inspanning-ECG bij verhoogd risico.
  • Competitieve/intensieve sporters → strengere en frequentere opvolging (om de 2 jaar of jaarlijks).
  • Recreanten → minder vaak (om de 4 à 5 jaar), tenzij klachten.

 

Leeftijd

Sportbelasting

Sportniveau

Aanbevolen onderzoek

< 6 jaar

 

 

Geen sportmedisch onderzoek aangeraden

6 – 18 jaar

< 5 u / week

Recreatief

Geen sportmedisch onderzoek aangeraden, tenzij klachten of gezondheidsproblemen

6 – 18 jaar

5 – 10 u / week

Recreatief - Competitief

Periodieke screening elke 4 jaar is aangeraden

6 – 18 jaar

> 10 u/week

Elite - & Topsport

Periodieke screening elke 2 jaar is aangeraden (frequentie eventueel verhogen tijdens groeispurt jaren)

18  - 35 jaar 

< 5 u / week

 

Periodieke screening om 4 jaar is aangeraden

18  - 35 jaar 

> 5 u/week

 

Jaarlijks tot tweejaarlijks onderzoek is aangeraden

> 35 jaar

 

 

Periodieke screening om de 2 tot 4 jaar is aangeraden afhankelijk van sportintensiteit en risicofactoren.

 

 

Meer info?

Ben je op zoek naar meer info over een sportmedisch onderzoek? Neem dan zeker een kijkje op onze thema pagina 'sportmedisch onderzoek' waar we alle concrete informatie, adviezen en tools bundelen. 
 

Ga naar de thema pagina

 

 


Bovenstaande informatie heeft als doel om jou te informeren over de inhoud van een kwalitatief sportmedisch onderzoek, al bestaat één gouden standaard niet.

 

 

SKA behartigt de belangen van de sport-en keuringsartsen en hun sportende patiënten. SKA streeft ernaar om in overleg met verschillende partners op een wetenschappelijke manier meer structuur te brengen in het sportmedisch handelen. De gezondheid van de patiënt primeert boven alles.

Naar overzicht

Gerelateerde wiki

Op zoek naar een Sportprofessional?

Wil je betrouwbaar advies van een sportmedische vakspecialist zoals een sportarts, kinesitherapeut, diëtist, bewegingswetenschapper of misschien wel een podoloog? Zoek en vind een sportprofessional in je buurt!