• In principe heb je 4 mogelijke beleidsopties en zal één optie per doelgroep uit je matrix van toepassing zijn. Onderstaande biedt een samenvatting van mogelijke acties per beleidsoptie. Je kan deze acties gaan koppelen in je doelgroepen- en beslissingsmatrix of werkt een apart actieplan uit met vermelding van doelgroepen, aanpak (hoe), verantwoordelijke en eventueel de timing.

Bijvoorbeeld: 

• Voor de beleidsopties aanbevelen en/ of verplichten, dien je werk te maken van een duidelijke visie wat betreft het sportmedisch geschiktheidsonderzoek.
  Deze dient antwoordt te bieden op wie, wanneer en wat. De kwaliteitstandaard sportmedisch geschiktheidsonderzoek van de Vlaamse overheid, dient hier als leidraad, een houvast om te bepalen wanneer een sportmedisch geschiktheidsonderzoek aangewezen is en welke test relevant zijn zowel voor sportorganisaties als voor sportartsen.
  
  Om enige uniformiteit in de aanbevelingen te voorzien, werd er binnen de kwaliteitstandaard werk gemaakt van een ‘2 sporenbeleid’
  
  

OPTIE 1. AANBEVELEN VAN DE DIGITALE VRAGENLIJST - FIT2SPORT.BE

Een laagdrempelige, lichte vorm van aanbevelen waarbij je specifieke doelgroepen gaat adviseren om de digitale vragenlijst (sportkeuring.be), elke 4 jaar, in te vullen. De verantwoordelijkheid voor het verdere advies ligt bij de tool en de sporter zelf.

OPTIE 2. AANBEVELEN VAN EEN SPORTMEDISCH GESCHIKTHEIDSONDERZOEK

Wanneer je als sportorganisatie een grotere verantwoordelijkheid wenst op te nemen, dien je werk te maken van een concrete invulling van de visie ; wie – wanneer - wat
Opnieuw biedt de kwaliteitstandaard ondersteuning met enkele aanbevelingen;
- Ten vroegste vanaf 6 jaar
- Periodiek, minstens elke 4 jaar
- Digitale vragenlijst kan dienst doen ‘als filter’
- Rust ECG op de leeftijd van 14 & 18 jaar *
- Inhoud van een SMGO (= bedoeld voor de sportarts) *

 * Als sportorganisatie zal je niet in detail uitwerken wat het sportmedisch geschiktheidsonderzoek dient in te houden; dit zou raken aan de autonomie van (sport)artsen. Wel kan je als sportorganisatie informeren over het nut en de inhoud van een sportmedisch onderzoek (volgens de kwaliteitstandaard). 

• Wanneer je als sportorganisatie een sportmedisch geschiktheidsonderzoek verplicht voor specifieke doelgroepen, dan ga je nog één stap verder en dien je ook te bepalen hoe je deze verplichting zal realiseren; kan de sporter bij eender welke arts een onderzoek laten uitvoeren? Hoe ga je de opvolging en controle realiseren?
  
  Net zoals bij het aanbevelen van het sportmedisch geschiktheidsonderzoek, zal je als sportorganisatie niet de inhoud van het onderzoek gaan bepalen, wel de acties die de sporter dient te doorlopen;
  
  - Invullen van de digitale vragenlijst op sportkeuring.be (ter voorbereiding van het SMGO)
  - SMGO bij een arts
  - Bezorgen van een bewijs van onderzoek en advies van de arts  
  
  In grote lijnen zijn er twee werkwijzen mogelijk;
  
  

De keuze van werkwijze zal invloed hebben op de acties die je aan je sporters oplegt maar eveneens impact hebben op je reglementering; indien je sportorganisatie wenst te werken met een digitaal platform, dient de arts immers toegang te hebben tot dat platform.  Maar ook in geval van attesten, dien je de vrijheidskeuze van arts aan de sporters te verduidelijken.

FAQ -  Is het beperken van keuze artsen wel juridisch correct?

Volgens het gezondheidsrecht is vrije artsenkeuze een grondwet van de patiënt MAAR uitzonderingen zijn toegestaan, indien gerechtvaardigd (kwaliteit, veiligheid, specifieke expertise vereist). Als je als sportorganisatie een erkende groep van artsen definieert (bv. sportartsen aangesloten bij SKA, of artsen op Vlaamse topsportlijst), én dit motiveert vanuit kwaliteit en veiligheid, dan sta je juridisch sterker. 

vb. Een sportmedisch geschiktheidsonderzoek dient te gebeuren bij een arts die geschoold is in de sportgeneeskunde en voldoet aan de kwaliteitstandaard sportmedisch geschiktheidsonderzoek.

==> Ondersteunende tools;
- Voorbeeldtekst reglementering