Adviezen voor jouw kleedkamerbeleid
In Vlaanderen is er momenteel geen specifieke wetgeving over het gebruik van kleedkamers in de sport. Toch stellen veel sportclubs, verenigingen, zwembaden en scholen zich de vraag: hoe zorgen we voor een veilig en kwalitatief kleedkamerbeleid? Laat je inspireren door dit advies.
Er bestaan momenteel geen wettelijke verplichtingen rond het gebruik van kleedkamers in de sportsector. In het arbeidsrecht wel: het Koninklijk Besluit van 10 oktober 2012 schrijft voor dat volwassenen gescheiden kleedkamers moeten hebben op de werkvloer.
Voor we beginnen: het advies in dit document is puur richtinggevend. Het helpt je als organisatie om zelf duidelijke afspraken te maken. Maar jij bepaalt zelf wat de meest ideale en realistische regelgeving is voor jouw organisatie.
Voor achteraf: eenmaal je een kleedkamerbeleid hebt uitgewerkt, leg je dat vast in je reglementen. Dan is het natuurlijk belangrijk dat de volledige organisatie (sporters, ouders, trainers en noem maar op) daarvan op de hoogte is om misverstanden te vermijden. Met andere woorden: communication is key.
Bij incidenten kan een duidelijk beleid helpen om adequaat te reageren. Controleer wel regelmatig of de regels nog passen bij de situatie en bij wat er vandaag in de maatschappij speelt.
Veelgestelde vragen over een kleedkamerbeleid
1. Vanaf welke leeftijd voorzie je best verschillende kleedkamers voor jongens en meisjes?
Vanaf 8 jaar raden we aan om gescheiden kleedkamers te voorzien. Dat is een richtlijn: pas dit aan aan jullie situatie en communiceer goed met sporters en ouders. Het belangrijkste is dat de integriteit en grenzen van kinderen worden gerespecteerd.
2. Hoe groot mag het leeftijdsverschil zijn in de kleedkamer tussen kinderen van hetzelfde geslacht?
- Kinderen tot 8 jaar: samen omkleden kan.
- Kinderen van 8 tot 12 jaar: samen omkleden kan ook.
- Vanaf 12 jaar: maximaal 3 jaar verschil tussen jongeren van hetzelfde geslacht.
- Volwassenen: idealiter aparte kleedkamers.
3. Wat als er te weinig infrastructuur is voor gescheiden kleedkamers?
Als gescheiden kleedkamers niet mogelijk zijn, kan je enkele creatieve oplossingen overwegen:
- Gordijnen
- Verschuifbare wanden.
- Verschillende omkleedmomenten: bijvoorbeeld eerst meisjes, dan jongens.
- Thuis omkleden en douchen.
4. Tot welke leeftijd is toezicht of hulp bij omkleden nodig?
We raden aan om altijd de zelfredzaamheid van kinderen centraal te stellen. Als kinderen zich zelfstandig kunnen omkleden, hoeft de begeleider niet in dezelfde ruimte te zijn.
Kinderen tot 8 jaar hebben begeleiding nodig. Daarna kunnen ze zich normaal zelfstandig omkleden. Toezicht kan aanwezig zijn in de buurt van de kleedkamer. De begeleider respecteert altijd de privacy van sporters (kloppen, niet langer blijven dan nodig).
5. Moet de begeleider van hetzelfde geslacht zijn?
Nee, want dat is niet altijd haalbaar.
6. Tot welke leeftijd kunnen ouders helpen bij omkleden?
Ook hier geldt: tot 8 jaar kan hulp van ouders nodig zijn. Daarna stimuleren we zelfredzaamheid, met ouders als partner in dit proces.
7. Wat zijn de richtlijnen voor kleedkamergebruik in het geval van transgender (of intersekse) personen?
De indeling van kleedkamers hangt traditioneel nauw samen met de indeling op basis van het biologische geslacht en wordt soms door sportclubs gezien als een drempel om transpersonen te verwelkomen. Sportclubs, maar bijvoorbeeld ook scholen, stellen soms vast dat ze niet over de faciliteiten beschikken om tegemoet te komen aan de vragen van een transpersoon. Maar dit mag geen reden zijn om transsporters te weigeren.
Het recht op gelijkheid betekent dat iedereen de kleedkamer kan gebruiken die aansluit bij hun genderidentiteit.
Maar het is natuurlijk mogelijk dat een transgender sporter (in transitie) het helemaal niet aangenaam vindt om een kleedkamer te moeten delen. Daarom is het dus belangrijk om de dialoog gaande te houden.
Aparte kleedhokjes voor iedereen, of voor wie dat wil, kunnen een praktische oplossing zijn als dit mogelijk is.
De oplossing dat alleen de transpersoon gebruik maakt van een individuele kleedkamer, bevestigt meestal net dat die persoon anders is dan de anderen. En dat is vanuit het oogpunt van inclusie niet ideaal. Bovendien zijn er heel wat andere (cis) personen die zich in gemeenschappelijke kleedruimtes om allerlei redenen niet op hun gemak voelen. Aparte kleedhokjes voor iedereen, of eventueel voor iedereen die dat wenst, kunnen een oplossing bieden. Al is dat natuurlijk niet overal praktisch haalbaar.
Afhankelijk van de context zal je op basis van dialoog tot een creatieve oplossing moeten komen.
Het belangrijkste: de focus ligt altijd op inclusie, respect en comfort voor álle sporters.
8. Kunnen sporters een kledijwissel doens langs de kant van het sportterrein?
In sommige sporten is het heel normaal om snel van kledij te wisselen op het veld. Dat hoeft zeker niet verboden te worden. Maar het is wél belangrijk om even stil te staan bij hoe elke sporter zich daarbij voelt.
Niet iedereen voelt zich daar comfortabel bij, zeker jongeren in de puberteit. Sommige jongeren maken zich ook zorgen dat ze gefilmd kunnen worden. Willen bepaalde sporters liever even naar de kleedkamer gaan? Groepsdruk kan het moeilijk maken om dat uit te spreken.
Vraag daarom individueel aan sporters wat voor hen oké is en geef altijd de keuze om zich in de kleedkamer om te kleden. Ga niet automatisch uit van comfort, maar praat erover en durf vaste gewoontes in vraag te stellen.
Bronnen
D’Espallier, A. (2019). Gender en sport. Hink-stap-sprong naar een inclusief beleid. Brussel: Vlaamse Ombudsdienst.